Energieslurpers zijn we. Met een stevig gasverbruik en overal hulpmiddelen met stekkers. De Heilige Koe voor de uitstapjes en het vliegtuig voor de ‘grote’ vakantie. Om over ons eten nog maar te zwijgen: wijn uit Chili, boontjes uit West-Afrika. Ik zeg al niks meer…

Fossiele brandstoffen

Verfrissend is om eens een duik te nemen in het energiebeleid in ‘armere landen’. Neem Indonesië, waar het energiebeleid op twee gedachten hinkt. Fossiele brandstoffen zijn hard nodig om de economische groei en de stijgende energieconsumptie bij te benen. Daarnaast wekken Indonesiërs goedkope, duurzame energie op, met name op alle afgelegen eilanden.
Al decennialang overweegt de regering een kerncentrale te bouwen. Maar onder meer door de vondst van een groot gasveld in 1997 en de ramp met de Japanse centrale in Fukushima in 2011 gingen die ontwerpen terug de ijskast in.

Duurzaam

Een van de meest vooruitstrevende duurzame initiatieven vindt plaats op het eiland Sumba, op zo’n vierhonderd kilometer van het populaire vakantie-eiland Bali. Op initiatief van de internationale ontwikkelingsorganisatie Hivos willen boeren, overheden en investeerders binnen tien jaar volledig overschakelen op hernieuwbare energiebronnen.
De natuur biedt voldoende mogelijkheden in de vorm van wind, biomassa en waterkracht. Zo bouwen de bewoners op het zeer afgelegen Marada Mbalar een waterkrachtcentrale in het plaatselijke riviertje. Dit biedt genoeg elektriciteit voor ongeveer vijftig huishoudens. De bewoners zitten vandaag de dag in de avonduren nog altijd in het donker. Met goedkope elektriciteit gaat het licht aan en kunnen ze zich ontwikkelen met landbouw en handel.
Een prachtig initiatief waar best wat extra woorden aan vuil gemaakt mogen worden…